vrijdag, oktober 11, 2013

Roc d'Azur Marathon

Roc d'Azur Marathon (83km)

1. Alban Lakata - 3u43'03
2. Jaroslav Kulhavy - 3u43'07
3. Christoph Sauser - 3u43'10
...
461. Bart Anthonissen - 5u56'09
...
1810. Stefano Bor - 10u27'54

2 opmerkingen:

Bart zei

Op woensdag 9 oktober was het zover, we reden omstreeks 5u45 de straat uit op weg naar Fréjus. Daar gingen Rob, Frank, Ward en ik strijden in de Roc Marathon. Een marathon over 83km met zo’n 2.700 positieve hoogtemeters.

De eerste twee dagen van de week nog vol aan de bak op het werk, weinig geslapen en dan 1.200km in de auto is geen goeie voorbereiding. Laat staan dat je in de twee maanden voor deze wedstrijd nog eens één maand niet op de fiets zit… Ach ja, het idee om een goeie tijd te rijden had ik in Canada al laten varen. Toen we inschreven begin dit jaar zag het er allemaal anders uit, maar that’s life.

Via een internetsite hadden we een goed appartementje kunnen scoren waar we alvast de fietsen konden prepareren en onszelf ook nog wat rust konden gunnen. Op donderdag eens naar de startvakken gaan kijken (Rob, Frank en ik stond in vak 1, achter de elite – Ward stond in vak 4 en moest 45min later starten) en alvast de start- en eindkilometers in de benen getrokken. Voor mij was het de eerste echte keer dat ik met de Niner echt off-road reed. Alvast geen negatieve verrassingen maar enkel positief! Het comfort dat ik met de Flash had, heb ik nu nog zeker en het klimmen gaat misschien wel iets beter doordat de fiets beter in balans is. De wielen en de groep komen van de vorige fiets, dus dat wist ik allemaal al.

Donderdagavond nog een spaghetti met zelfgemaakte saus erbij en de laatste lijn was ingezet. Om 6u30 uit bed om tegen 7u00 naar de start te bollen. Het was alvast stervenskou en nog donker uiteraard. Het drummen kon beginnen, vooral in het verzamelvak. Vanaf het moment dat we mochten doorschuiven naar de startvakken ging het er beschaafder aan toe. Al moet ik misschien Alain Prost de volgende keer aan zijn oren trekken. Op die moment had ik niet door dat hij het was, maar achteraf wel. Hij stond de hele tijd tegen mijn achterband te duwen.

De start speelt zich af op een grote ‘festivalweide’. Buitenblad en zo snel mogelijk PROBEREN naar de 11 te schakelen was de tip die ik van Rob meekreeg. Nou, voor hem niet zo’n probleem, voor mij des te meer. Als een verrassing had ik van ons drie de kopstart, al kwam Frank er al snel loeihard voorbij. Wat was dat? Ik stond precies geparkeerd. Rob passeerde en in zijn wiel schoven we nog een heel deel op. Gelukkig ging het de eerste kilometers over bredere paden, al was het even aanschuiven bij een versmalling. Bij de eerste klim heb ik Rob laten rijden, klimmen op het buitenblad is immers niets voor mij.

De eerste klim hadden we verkend, en gelukkig. Er stond een hele rij te wachten voor de buitenbocht, maar ik had op donderdag de binnenkant getest, huppa, twee man uit den bocht gedraaid, maar ik had daar wel 10 plaatsen gewonnen. Toen moest het nog beginnen, dat wist ik ook wel. Te snel gestart of niet, het klimmen ging me niet. Doorgaans ben ik op mijn best in de steile klimmen, maar deze keer miste ik enkele tandjes. Ik zat te snel op de 36 te trappen waardoor ik geen reservetandje had. Ach, we zien wel.

Bart zei

Renners bleven mij voorbij steken en dat was niet goed. Achteraf gezien zal dat allemaal nog meegevallen hebben, want ik stopte niet bij de bevoorradingen, alles mee in de Camelbak en zelf bepalen wanneer je eet en drinkt. Zo heb ik twee pauzes ingelast. Want recupereren doe je op zo’n parcours niet. Het gaat steeds op en af. De beklimmingen en afdalingen zijn heel vaak te technisch om met één hand een Powerbar naar binnen te werken. Zonder valpartijen en dus zonder nutteloze tijd te verliezen schoven de kilometers verder. De beklimmingen bleven komen en de technische afdalingen volgden. Vaak heb ik gedacht aan de TransBelgië waar ik zeker de minste van de groep was, maar na 190km op die zaterdag nog vrolijk die 20km op de weg mee kon rijden. Wat een verschil!

Op donderdag legden Frank en Rob hun richttijden op tafel. Ik moest wel even slikken toen beide voor de 5u30 gingen. Als zij 5u30 kunnen, dan moet ik dat klusje in 6u00 klaren dacht ik toen. Dat is een gemiddelde van 14km/u. Ward ging resoluut voor het uitrijden. Tijdens de wedstrijd leek dat schema goed te lukken, al mocht ik geen verval vertonen. De Mio gaf aan dat ik goed op schema zat, maar het is de tijd van de organisatie die uiteraard telt. Als ik per uur een controleteloefening maakte, dan zat het goed. Blijkbaar heb ik geen verval gehad en was het afzien, het tempo bleef ik houden.

Het is pas achteraf dat je beseft dat het wel goed ging. 461ste van de 2.300 inschrijvers (en 1.810 finishers) is voor mijn doen heel goed. Dat is ruim in de eerste helft, en op de finishers gerekend, bijna bij het eerste kwart! Ik moest dan ook bijna blijten toen ik mijn naam op het finishbord zag en afklokte op een tijd van 5u56’09.

Volgend jaar rij ik hem niet, maar misschien ooit nog wel eens. Als er één FATter is waarvoor deze marathon op het lijf is geschreven, dan is het wel ….. (denk maar aan technische klims, technische afdalingen, uitermate veel singletracks).